woensdag 27 oktober 2010

Ode aan mijn plek

Mijn reintegratietraject is gestart en ik zal echt nog wel eens een update schrijven over de vorderingen, maar vandaag heb ik het slechts over mijn kantoor. De plek waar ik zes jaar lang mijn ding deed.
Op de heetste dag in de zomer van 2004 vestigden we ons in dit pand. In de korte en chaotische periode voorafgaand aan de verhuizing had ik me al gebogen over de indeling van het pand. Wie waar kwam te zitten, welke meubels en spullen naar welk kantoor moesten, hoe de indeling van die kantoren eruit kwam te zien. Als je niet beter zou weten, zou je denken dat ik in die tijd een interieurontwerper was, of zoiets. Zelfs de planten waren voorzien van een sticker A, B of een andere letter. De verhuizing zelf was een slooppartij. Het was de heetste dag van het jaar en onze ruimtes lagen op de eerste verdieping waar slechts een onhandig draaiende trap naartoe ging. De professionele verhuizers monteerden een gigantische verhuizerslift in de entree en zo ging het hele spul naar boven. Overal lijstjes die correspondeerden met dozen, kasten, bureaus, kluizen, stoelen en nog meer spul. Aan het einde van de dag was ieder kantoor gevuld met de juiste dingen en ik voelde me meteen thuis op mijn plekkie. Uitzicht op de straat, waardoor ik lekker de ruimte in kon kijken (en precies kon zien wie op bezoek kwam, tsja nieuwsgierig van aard hè) en op dagen dat mijn lenzen het goed deden zag ik zelfs de ballen door de lucht vliegen op de tennisbanen. In de winter vervloekte ik mijn kantoor, aangezien het de koudste ruimte van het pand was, in de zomer was het af en toe puffen zonder airco bij 30+ graden, maar al met al was ik er blij.
Vandaag ben ik een paar uur op mijn kamer geweest. Dat klinkt misschien logisch, maar dat is niet meer vanzelfsprekend, vandaar ook deze blog. Het is namelijk niet meer mijn kantoor. Mijn kantoor heeft een nieuwe bewoner gekregen. Dus het zal nooit meer ‘mijn kantoor’ zijn. Niet dat het me nu vreselijk veel verdriet doet, maar ik realiseerde me dat ‘mijn kantoor’ een fase was, een afgesloten hoofdstuk. En er schoten talloze herinneringen door mijn hoofd.
Aangezien op mijn kantoor gerookt mocht worden, kwam de rokende medemens regelmatig bij me binnenvallen voor een cigaret-break. Of het nu om klanten, leveranciers of collega’s ging. Freelancers die voor een dag of voor een aantal weken geboekt stonden kwamen met een bakkie koffie bij me kletsen op de vensterbank. Vrienden en kennissen die in de buurt waren of gewoon zin hadden in een babbel kwamen op bezoek in mijn kantoor. Zo was daar ook de zomer van 2005, waarin ik wekenlang late avonden en nachten maakte om te overleggen, calculeren en projecten te draaien met D. Mijn kantoor was ook de plek waar de bliksem insloeg met een bijzonder persoon. Mijn kantoor fungeerde regelmatig als uitraasplek als er eens wat verkeerd ging of frustraties eruit moesten. En vanwege de logistieke routing van de projecten en de administratie die daarmee samen ging moest elke collega meerdere keren per dag op mijn kantoor zijn. En nu dus niet meer. Beetje raar gevoel is dat wel.

dinsdag 26 oktober 2010

Appelig

Dat is het woord wat ik gebruik om de staat te beschrijven waarin je verkeert na een goede massage. Je spieren gloeien, je lijf zoemt en hoofd voelt alsof het is gevuld met katoenen watjes.
Ik kreeg voorheen een tweewekelijkse massage van een gepensioneerde sportmasseur op het werk. Hij zorgde ervoor dat mijn rug niet permanent vast kwam te zitten of dat mijn kuit het weer deed na een opsodemieter in de sportschool. Na een hele tijd thuis te zijn geweest ging ik op zoek naar een nieuwe leverancier van soepelheid. Ik probeerde eerst een masseur die ontspanningsmassages deed. Maar dat was het niet kwam ik tijdens de eerste sessie achter. Ik zweer bij een sportmasseur. Daarvoor hoef je geen atleet te zijn. Sportmassage gaat om de techniek en het harde werk wat hij of zij levert met je spieren. En ik zweer erbij; er is niets zo ontspannend als wanneer je spieren stuk voor stuk worden los gemaakt.
Inmiddels heb ik mijn preferred supplier gevonden en vanavond heeft ie me van niet-kunnen-zitten-liggen-of-bewegen-pijn in mijn schouders afgeholpen. Ik appel dus nog even door ;).

vrijdag 22 oktober 2010

Buur-j/m

Sinds een dag heeft M een nieuwe buurjongen of -meisje. Het geslacht is nog niet bepaald, vandaar. Na een korte zoekronde bleek hij/zij om de hoek te koop te staan. Boven de advertentie stond ‘bazinnetje gezocht’. De gele rakker heeft nog een korte strijd moeten leveren met een bijna net zo gele Alto. Maar na een rondje proef-knuffelen was de keuze gemaakt. M vindt hem/haar wel een grappig fel wezentje. Ze verstaat er geen hout van, er komt een hoop Italiaans opgewonden gebrabbel uit, maar met handen en voeten komen ze er wel uit. Het is in ieder geval beter te volgen dan Japans.

woensdag 20 oktober 2010

Testosteron met een vleugje conditioner

Ik las afgelopen week dat de mannelijke man weer helemaal terug is. Geen getut meer in de badkamer en geen gedraai voor de spiegel. Mannen maken zich weer druk over werk in plaats van huidverzorging. Het zou iets met de crisis te maken hebben. Maar is dit een goed of een slecht ding? Ook al heb ik liever niet dat een man een grotere collectie schoenen of verzorgingsproducten heeft dan ik, enige aandacht voor verzorging vind ik een must. Een leuke kop met haar, in touch met zijn emoties, lekker geurtje en scheren en trimmen op de juiste plaats is toch niet teveel gevraagd? We verwachten heus niet dat een man een soort van vrouw wordt. Alsjeblieft niet, zou ik zeggen. Uit een tete-a-tete die ik afgelopen week had, maak ik op dat meer vrouwen (ook sterke vrouwen) graag een sterke man met mannelijke kenmerken aan hun zijde hebben. Een kerel die je beschermt of wanneer je je even niet zo sterk voelt, ongeacht de gevolgschade, vierkant door alles en iedereen heen dendert. Dus beste mannen, zullen we gewoon afspreken dat jullie echte mannen blijven? En dat wij vrouwen jullie mannelijke eigenschappen zullen koesteren? En dat jullie, los van welk lifestyle-rapport dan ook, bepaalde metroman-trekjes in stand houden? Fijn, dat is dan ook weer geregeld.

dinsdag 19 oktober 2010

Here. We. Go.

Here we go. Donderdag gaat het dan beginnen. Het reïntegratietraject. De eerste middag en dan vanaf volgende week woensdag- en vrijdagochtend. En man-o-man wat zal ik kapot zijn. Ik weet het, het start met slechts 2 x 4 uur. Maar voor mij is dat veel. En ik zie er best tegenop. Niet dat ik niet wil, dat is het zeker niet. Ik heb dit nodig om helemaal te herstellen. Maar ik ben gespannen. Onzeker wat het met me doet en in welke mate het me sloopt. Ik hou mezelf voor ‘ik moet door die eerste weken heen, daarna zal het wel beter gaan’. Laten we hopen dat dat ook zo is en dat ik een mooie stijgende lijn mag noteren.

maandag 18 oktober 2010

Spaanse ballen

Een recept om de zon te laten schijnen, of het nu zomer of winter is.
- 500 gr half-om-half gehakt
- 2 eieren
- paneermeel
- peper en zout
- bakboter, niet te zuinig
- 2 mediumsized uien, grof gesnipperd
- 1 rode paprika, in blokjes
- blik tomatenpuree, 140 gr
- 1 flinke theelepel sambal
- 1 klein blikje doperwtjes
- stokbrood

Meng het gehakt met de eieren en een flinke dosis zout en peper. Draai balletjes iets kleiner dan het formaat ping pongbal en rol ze door het paneermeel. In een ruime pan de boter laten smelten en de balletjes aanbraden. Tijdens het aanbraden niet omscheppen, want dan gaan ze stuk, je moet de pan gewoon schudden. Als de balletjes lichtbruin zijn, doe je de ui erbij. Als de uien glazig zijn, doe je de paprika erbij. Na een minuut of twee doe je de tomatenpuree erbij en een kopje water. Laat dit potje een minuut of 10 sudderen op matig vuur. Brokkel daarna de bouillonblokjes in de saus en de sambal. Als de saus te dik wordt, kun je gerust nog een beetje water toevoegen. Naar smaak extra zout of peper toevoegen. Op het laatst erwtjes afgieten en toevoegen en even laten meewarmen. En smikkelen maar, lekker met vers stokbrood.

vrijdag 15 oktober 2010

Hey kittekat

Na een gesprek van drie kwartier, wat makkelijk in 20 minuten had kunnen plaatsvinden stond ik weer buiten. Op weg naar mijn auto. Aan de andere kant van het parkeerterrein, zeker 50 meter verderop, zie ik een kat tussen twee auto’s op het lege parkeervak zitten. Half in mezelf zeg ik “Hey kittekat” en het beestje komt naar me toe gelopen. Niet zomaar gelopen, maar op een drafje. Alsof ze me kent. Verbaasd kijk ik hoe de mooie zwarte poes met een glanzende vacht, witte voetjes en een toefje wit op haar bekkie dichterbij komt. Ze gaat recht voor me zitten en kijkt me met grote gele ogen in haar bolle zwarte gezichtje aan. Ik zeg “wat is er pop?”. En mijn vraag wordt beantwoord met een aantal duidelijk gearticuleerde en ladylike gesproken Mauw’s. Ik steek mijn hand uit, ze komt een stap dichterbij en laat zich aaien. Ze draait wat rondjes en nadat ik heb gezegd “wat een mooie poes ben jij, maar ik kan je niet mee naar huis nemen hoor”, laat ze zich voor mijn voeten vallen, draait ze zich op haar rug, toont haar fluffy witte buikje en geeft een showtje weg hoe schattig ze is. Ik kijk om me heen en weet even niet wat ik met haar aanmoet. Ik zeg haar uiteindelijk dat ze naar haar eigen huis moet gaan en loop om het bolletje wol aan mijn voeten heen. Ze staat op en begeleidt me naar mijn auto. Met uitparkeren let ik extra goed op dat ze niet gevaarlijk dichtbij is en terwijl ik weg rijd, springt ze op de motorkap van een bestelauto. Onder de indruk van deze spontane ontmoeting rij ik naar huis. Wat was dit? Of wie was dit? Iemand die ik heb gekend, teruggekeerd en verpakt in een poezenlijfje? Of ben ik gewoon een gek mens geworden die gesprekken met vreemde katten voert?

donderdag 14 oktober 2010

Waarom ik een hekel heb aan Coldplay

We spreken 14 oktober 2000. De telefoon ging al vroeg. Het was zaterdagochtend, ik geloof rond 7 uur. Raar tijdstip voor telefoon, dus ik kroop uit bed om op te nemen. Mijn vader belde om te zeggen dat mijn moeder in het ziekenhuis lag. Er was iets gebeurd. Iets met haar hart. De ambulance had haar meegenomen naar het Catharina. Verward trok ik wat kleren aan en mijn vriend probeerde me gerust te stellen door te zeggen dat het allemaal wel mee zou vallen. Even later zat ik in de auto, verdoofd, onderweg naar het ziekenhuis. Ik meldde me aan de balie en ze brachten me naar de zevende etage, de oostvleugel. Ik vond dat, en vind het nog steeds, een beetje creepy. Zeven als in het geluksgetal. Oost als in waar de zon opkomt. En dat op een afdeling waar zoveel mensen dood gaan. Ik trof mijn moeder ijlend aan op een ziekenhuisbed. Ze kermde af en toe wat uit waaruit bleek hoe zwaar ze het had. Dat en een blik op de monitor met daarop hartslag en bloeddruk vertelden me dat het foute boel was. Mijn moeder had nooit pijn, ook al had ze pijn. Ik trok een arts aan zijn jas, voor zover ik me herinner letterlijk, om me te vertellen wat er aan de hand was. Ze moesten even wachten op de chirurg die was opgeroepen en vlak daarna werd ze afgevoerd. Door een vorige baan was ik ooit aanwezig geweest bij een dotterbehandeling en ik wist hoe snel dat ging. Het lange wachten voorspelde nog meer slecht nieuws, maar ik zei het niet tegen mijn vader. Na een hele tijd werden we in een kantoortje geroepen en daar vertelden artsen ons dat mijn moeder was overleden. Mijn analytische knop sloeg om en ik ondervroeg de boodschapper alsof hij een politieverhoor onderging. Na een verklaring van wat er gebeurd was, wat ze geprobeerd hadden en waarom het niet lukte, mochten we afscheid nemen. Terwijl mijn vader bij mijn moeder was, belde ik of smste (ik weet het niet meer) mijn vriend dat het helemaal niet was meegevallen. Diezelfde middag nog begon de uitvaart-geregel-hel. Een aantal details van de dag ben ik vergeten. Een heel aantal anderen staan geëtst in mijn geheugen. Wat mijn moeder kermde, wat ik die middag nog heb gedaan, wat ik zei toen ik uiteindelijk in huilen uitbarstte, welke visioenen ik die avond had toen ik in bed lag en de rit naar het ziekenhuis. Ik reed over de Kennedylaan. Uitgestorven op een zaterdagochtend zo vroeg. Het was een beetje raar weer, grijs en heiig. En op de radio speelde dit nummer.

dinsdag 12 oktober 2010

Special delivery voor mij

Ja ja ja, ik heb een shop-stop. Maar nadat ik vorige week een bruin lederen rokje had gekocht, móest ik wel. Nieuwe laarzen that is. Ik heb al laarzen, maar doordat ik ‘gezegend’ ben met forse kuiten, ben ik aangewezen op laarzen zonder hakken. Of in ieder geval zonder hakken van een beetje formaat. Tot ik een heel mooi exemplaar tegen kwam. Nu bleken die laarzen alleen nog in maat 41 verkrijgbaar te zijn en waren onmogelijk bij te bestellen in maat 39. Ook een belletje naar de brandstore mocht niet baten. Dinnetje M wees me vervolgens op een online schoenenwinkel waar zij goede ervaringen mee had. Duoboots. Ff rondneuzen leverde uiteindelijk een match op met mijn wensen. Juiste maat, juiste kuitmaat en 8 cm hak. En vandaag mocht ik ze in ontvangst nemen. Jihaaa, Liane blij.

donderdag 7 oktober 2010

Eat Pray Love

Enkele maanden geleden las ik Eten Bidden Beminnen. Op aanraden van M (u weet wel, logee M). Hij vond dat het moment goed was. Ik stond op een punt in mijn leven wat ideaal was om het boek tot me te nemen. Dus, so I did. Het boek vond ik prachtig, het raakte de juiste snaar en hij had gelijk wat het momentum betreft. Ik raadde ook iedereen aan om het boek te lezen. De meningen zijn verdeeld. De één is net zo lovend als ik, de ander komt er niet in of er niet doorheen. Ik was erg benieuwd wat ze van de film gebakken hadden. Dus vandaag zag ik Eat Pray Love. Meestal is het zo dat als ik het boek ken, ik de film niet goed vind. En deze keer was dat net zo. Misschien geldt dat anders voor mensen die niet door het boek heen kwamen. Maar voor mijn gevoel sprong het verfilmde verhaal van de hak op de tak en miste het teveel achtergrond om te begrijpen wat er zich in het verhaal afspeelde.

Het bios-bezoek was echter geen waste of time. Gedurende de India-akte kwam er het een en ander los. Een paar tranen die nog niet waren gehuild. Nou ja een paar. Het waren er best veel, dat deel van de film zat ik eigenlijk continu te janken. Ergens werd een knop ingedrukt die ik al even niet had aangeraakt. Of het nu herinneringen waren of iets anders kan ik niet echt zeggen. Gelukkig had ik zakdoekjes in mijn tas om de zooi naderhand mee op te dweilen. Maar het was best lekker om ze daar in het donker te laten stromen. En in de auto terug naar huis nam ik me voor om het India-deel van het boek nog eens te lezen zo gauw het boek terug is van zijn logeerpartijtje.

woensdag 6 oktober 2010

Hello & goodbye

Vandaag is een vreemde dag. Niet dat ik erbij stil wil staan. Maar onverhoopt doe ik het toch. Ik ben nu eenmaal zo’n muts die dit soort data en allerhande details opslaat op de harde schijf. Drie jaar geleden kwam er op deze dag een einde aan mijn samenwoonrelatie. We waren gewoon klaar met elkaar. Ook al was ik te laf, zwak of onzeker om het toe te geven, het was wel zo. Misschien is dat ene feit op deze dag een beetje overdreven om er een hele blogpost aan te weiden. Maar precies twee jaar later maakte ik bewust de keuze om voor een nieuwe relatie te gaan. Zonder dat ik op dat moment wist welke dag het was. Bijzonder toch? Ondanks de waardevolle lessen die deze man me bijbracht, is ook deze relatie passé. Vandaag, 6 oktober 2010, houd ik het rustig. Neem ik geen afscheid of verwelkom ik geen nieuwe mensen. Gewoon alleen met mezelf.

maandag 4 oktober 2010

Knapste kater aller tijden

Waarom Sambal de knapste kater aller tijden is:
Sambal vindt het fijn om gewiegd en toegezongen te worden.
Sambal heeft witte voetjes en rose neus en teentjes.
Sambal kan voetballen (met tennisbal).
Sambal komt als je hem roept.
Sambal houdt van knuffelen.
Sambal is dol op mensen.
Sambal kijkt samen met me tv, dan liggen we lepeltje-lepeltje op de bank.
Sambal heeft prachtige groene ogen.
Sambal heeft een expressieve kop.
Sambal is met zijn wollige lijfje een prima kruikje in de winter.
Sambal luistert graag mee met een telefoongesprek.
Sambal kopt met overgave (zijn hele lijf dus).
Sambal mist me als ik weg ben.
Sambal houdt me gezelschap als ik douche.

zaterdag 2 oktober 2010

No more Harrie van Geffen

Harrie stopt ermee. Is gestopt eigenlijk. Na 3,5 jaar hangt hij zijn blogpersoonlijkheid terug in de kast. Hij blogde over uiteenlopende onderwerpen maar vindt nu dat het tijd is om zijn energie aan andere dingen te besteden. Wel jammer eigenlijk. Harrie was een aparte vogel. Niet al zijn blogs vond ik interessant. Maar zijn complete alter-ego-familie en verslagen van service- en verkooptelefoontjes vond ik erg komisch. Sinds kort maakte hij ook videoverslagen waarin zijn bijzondere kijk op de wereld perfect combineerde met zijn stemgeluid. Hoe dan ook, blogland moet het zonder Harrie stellen vanaf nu. Daarom vond ik het wel zo aardig om hem hier uit te zwaaien. *Zwaai zwaai Harrie*, tot op de oprit.