maandag 25 april 2011

No human contact

Samenvatting van een Paasweekend:
Paaseieren zoeken? Nope, die van mij lagen nog braaf in hun kartonnetje in de koelkast.
Paashaas zoeken? Ook niet, wel gisteren een eekhoorn door mijn tuin zien hopsen. Telt dat ook?
Ontbijt op bed? Nee, zelf gemaakt bordje met daarop broodje, croissant, gekookt eitje, koffie en aarbeien. Geen prins.
Familiebrunch? Na een paar uur doorweekt van het tuin-ploeteren, recreatief douchen en onderuit in de XL-stoel met een boek. Nee dus.
Meubelplein of autoshow? Alsjeblieft zeg. Zonnen, ook echt verkleuren, lezen, muziek luisteren en dubbel liggen om DM’s met daarin wilde avonturen van een vriendin vond ik een beter alternatief.

Mooie-mannen-zaterdag

Sjok sjok over de Woenselse Markt. Effe de AH in voor een laatste dingetje. Me niet drukmakend om de Paas-stress die er heerste. Rondneuzen bij de bloemen. Alles op z’n elf-en-dertigste. Lieve lezers en lezerinnetjes er is een ware Spaanse aan mij verloren gegaan. Vervolgens naar de Mandarijnenman voor 2 kilo appels en, als ze lekker zijn, aardbeitjes. Mijn fruitboodschap veranderde in slap ouwehoeren-bezoek. Na enkele beleefdheden als ‘hoe gaat het’ en ‘lekker weertje’, besloot ik maar weer eens te zeuren over zijn haren. Ja ik blijf een vrouw, dat doen wij nu eenmaal, zijn we goed in. Verontschuldigend zei hij dat een kapperbezoek er komende week echt van ging komen. Ik voegde eraan toe dat hij ook wel een spoelinkje kon gebruiken, hij wordt al een beetje grijs (en dat voor zo’n jong ding). Verder ging het gesprek over mannen. Op een of andere manier verwachten mannen dat ik het vooral gemunt heb op spierbundels. Ik hield het maar op de klassificatie ‘echte mannen’. Lange, slanke, sterke mannen met zwart haar, groene of blauwe ogen, volle lippen en een alles verblekende lach, vond ik een beetje genant om te zeggen tegen een veel te jonge, niet zo heel erg lange, slanke, sterke man met zwart haar, grote donkerblauwe ogen, stralend witte tanden met een spleetje en volle lippen. Niet omdat ik op hem val, maar omdat het zo’n jong menneke is die daar vast niet tegen kan.
Toen ik mijn appels en aardbeien naar huis had gebracht ging ik naar het tuincentrum om de hoek. Nadat ik ultra-relaxed mijn plantjes had verzameld baande ik me een weg naar de kassa. Onderweg zag ik al het bekende gezicht, maar besloot niet te stoppen. Toen hij achter me stond bij de kassa kon ik het niet laten. “Hey X, hoe gaat ie?” vroeg ik aan de donkere verschijning die (ook al tegen de 40 maar nog steeds!!) prima door kon gaan voor een Coca-Cola-Light-break-hunk. Effe schetsen: half lang donker bruin haar, groen-bruine ogen, bruine huid, diepe stem (jaja), goed geconserveerd lichaam. We vertelden elkaar kort wat we tegenwoordig in het leven deden en sloten af met een tot ziens.
Zodra de avond viel ging ik op pad met mijn camera. Helaas weinig leuks geschoten, maar onderweg wel menig knappe man op een fiets zien rond rijden. Verbaasd over al dat moois op één dag reed ik in het laatste zonlicht naar huis. En toen wist ik het: Vandaag was het mooie-mannen-zaterdag.

vrijdag 22 april 2011

Anniversary

Ik ben van de tradities en belangrijke dagen, dat heb ik vast wel eens verteld. Ik sta stil bij allerhande anniversaries, zet de kerstboom ruim voordat Sinterklaas het land uit is en onthoud de data van dagen die voor mij van betekenis zijn. Zo is vandaag er ook één. Een belangrijke dag. Geen vrolijke. Ik was niet van plan hier een jaarlijks terugkerend event van te maken. Maar onder deze eerste ‘jaarwisseling’ kom ik niet uit. Vanavond ‘vier’ ik het samen met een vriendin en een nader te bepalen hoeveelheid wijn. Proost.

vrijdag 15 april 2011

Vergeetachtige Jan, my new middle name

Struikelen over mijn tas. Struikelen over mijn eigen voeten. Vingers tussen kastdeuren. Drie afzonderlijke keren een personalized cup-a-soup mok veranderd in keramieken puzzel. Je raadt het al. Ik ben een beetje onhandig. Geworden. Ik was nooit heel handig, maar de laatste tijd kom ik wel erg dicht in de buurt van het predicaat Klungelsmurf.
Nu is klunzigheid één ding. Vergeetachtigheid is iets heel anders. Ik vergat namelijk nooit iets. To-do-lijstjes had ik nooit nodig. Die zaten in mijn hoofd. Mijn agenda voor de komende maand kon ik zonder spiekbriefje zo opdreunen. En om het nog gekker te maken; ook de agenda’s en to-do-lijstjes van collega’s stonden op mijn harde schijf. Maar nu niet meer. Hahaha. Als ik geen dingen opschrijf, verdampen ze voor ik er erg in heb. Poef weg. Zo zei ik gisteren tegen een collega dat ik aanstaande maandag tijd zat had voor zijn verzoekje. Ik had immers toch nog niets gepland. Tot ik me aan het einde van de dag realiseerde dat ik van elf tot één een meeting heb. Nog zoiets; vandaag realiseerde ik me dat ik mijn verzekeringsagent moest mailen zodra ik de papieren op de post had gedaan. Die envelop postte ik een week geleden. Verjaardagen, terugbelnotities, to-do’s, you name it en het verdwijnt in oblivion. En denk je dat ik ermee zit? Eigenlijk niet. Ik moet juist erg om mezelf lachen. Database Liane verandert langzaamaan in Vergeetachtige Jan. Hahahaha. Hoe het komt weet ik niet. Zal wel te maken hebben met de fase of het proces waar ik in zit. Vergeleken met vroeger is het een flink stuk leger bovenin. Lekker rustig. Nu alleen nog mezelf aanleren om dingen op te schrijven, dat zou handig zijn.

dinsdag 12 april 2011

Push the button

Wat vooraf ging...
Komende week ga ik weer eens de tijd nemen om wat dingen op een rijtje te zetten. Of beter nog, een andere vorm vinden dan rijtje. Ik zal dat boek met die lessen van de Dalai Lama er weer eens bij nemen. Misschien op zoek gaan naar een ander boek. Maar wel echt de tijd nemen om eens lekker te mijmeren. Een beetje in het niets staren. Is toch al een hele tijd geleden dat ik dat, bewust, heb gedaan. En ik moet zeggen, ik voel het. Ik mis het. Ik ga weer een beetje teveel op in de waan van de dag.

Maandagochtend. Pffff en wat voor één. Gisterenmiddag, onderuit gezakt in de tuin van de buuv, met rosé en pinda’s binnen handbereik, zuchtte ik ‘van mij mag het weekend deze keer een dag langer duren’. Ik was gewoon nog niet klaar voor de nieuwe week. Koffie dan maar en proberen wakker te worden. Douchen, aankleden, optutten en naar het werk rijden hadden nog geen resultaat geboekt in dat proces. Nippen van mijn koffie en gewoon rustig, heel rustig ontwaken. Zodadelijk moest ik al aan de bak. In plaats van zachtjes aan op gang komen met de ‘Start van de week’-meeting, mocht ik om 9 uur al een bespreking in. Waarover wist ik nog niet. De voorbespreking waarin O me zou bijpraten was door omstandigheden komen te vervallen. Ik wist wie er zou komen. Ik wist dat er via die persoon misschien een traject kon gaan spelen. Maar meer details wist ik eigenlijk niet. “Liane, je bezoek is er”, zingt J door de gang. Nog te vroeg ook. Hemel. Komop, tik links en rechts tegen de wangen, schrijfmap pakken en erop af.

Aangekomen in de woonkamer legde ik de meneer uit dat ik nog niet volledig op de hoogte was en dat ik het wel fijn vond als hij de eerste tekens op mijn blanco vel zou zetten. Hij legde in een klein half uurtje uit wat de aanleiding was voor het gesprek, waarom hij een persoon als mij daarbij kon gebruiken en hoe hij werkte. Kort daarna kreeg het gesprek een bijzondere wending. Ik realiseerde het me niet op dat moment, maar ergens daar moet het geweest zijn. Ik vroeg de man naar zijn drijfveren voor wat hij deed en de manier waarop hij dat aanpakte. En vervolgens vertelde hij me een aantal anekdotes uit zijn privé en zakelijke leven die hem hadden gevormd. Verhalen waarvan je kippenvel en koude rillingen krijgt. Vervolgens voegde hij daar zijn spirituele en professionele overtuigingen aan toe. En zo ontstond een gesprek dat feitelijk niet veel meer te maken had met de aanleiding van het gesprek. Toch voelden we ons allebei niet geroepen om terug te keren naar de zakelijke orde van de dag. Aangezien het gesprek zo’n persoonlijk karakter had, vertelde ik hem dat ik herstellende was. Direct pakte hij een boekje uit zijn tas, sloeg het open op een pagina halverwege en vroeg me dat verhaaltje te lezen. Dat verhaal was grotendeels een kopie van wat mij was overkomen. En zo ging het gesprek verder, nog verder de diepte in. Hij begon ook, op z’n kop zodat ik direct kon meekijken, tekeningetjes te maken en hanenpotige woorden te schrijven op een vel papier. Ik moest er wel om lachen, die tik heb ik ook. Deze man sprak met een gigantische informatiedichtheid en schakelde op 220. Dus ik moest alle zeilen bij zetten om te luisteren, verwerken, interpreteren en reageren. Op een gegeven moment hield hij stil en keek hij me onderzoekend aan. “Ben je nu moe?” vroeg hij me. Ja, ik moest wel toegeven dat de intensiteit me vermoeide. “Waar voel je dat, die vermoeidheid?” vroeg hij vervolgens. Hmm, gekke vraag dacht ik even, maar ik probeerde het te beschrijven. Ik vertelde hem dat ik de vermoeidheid vooral in mijn ogen merkte. Dat er een soort van dof en loom gevoel optrad, dat mijn ogen ook droog aanvoelden en beetje prikten. “Als je ogen prikken en droog zijn, dan zou er meer vocht moeten vloeien. Je ogen zijn de ziel. Laat je je verdriet wel genoeg los?”. Mijn keel werd wat nauwer en met mijn ademhaling probeerde ik mijn emoties tegen te houden. Je gaat toch niet helemaal los in zo’n gesprek, kom op dat is toch niet professioneel. Allee Liane, hou je in. Maar het was al te laat. Een nagenoeg onzichtbaar knopje was gevonden en ingedrukt. De tranen kwamen omhoog en ze vielen over mijn wimpers naar beneden. De man zocht in zijn tas naar tissues, maar had er geen paraat. Hij legde me uit dat hij me geen pijn wilde doen, maar dat hij het gewoon zag. Ik verontschuldigde me voor wat er gebeurde, maar hij leek mijn reactie volledig normaal te vinden. Hij was totaal niet verbaasd of geshockeerd door mijn emoties. Tussen mijn tranen door spraken we verder. Ondertussen voelde ik me wel een beetje onwennig. Zo’n persoonlijk en emotioneel gesprek met een persoon die ik voor deze ochtend nog nooit had ontmoet en dan ook nog eens in de spreekkamer van mijn werk. Dit begrijpt niemand, flitste door mijn hoofd. Maar op een of andere manier leek hij het wel te begrijpen. Na bijna 3 uur sloten we het gesprek af met de constatering dat er een grote overeenkomst zat in de fundering waarop we onze adviezen en werkwijze baseerden, een gezamenlijk vertrekpunt zeg maar (hey, toch nog een zakelijk element) en een lachsalvo vol verwondering over wat er was gebeurd. We namen afscheid met de intentie en de belofte dat we elkaar op een later moment zeker weer zouden spreken.

De eerste persoon die ik zag daarna was J en ik vertelde haar in het kort wat er was gebeurd. Verwonderd hoorde ze mijn verhaal aan, nam het boekje door wat me was gegeven en zoals we zo vaak tegen elkaar mompelen, mompelden we ook deze keer “Alles heeft een reden”. Moe maar geïnspireerd in al mijn cellen vertelde ik O over deze bijzondere ontmoeting met deze bijzondere man. Dat het een bijzondere man was wist hij al, hij kwam immers uit zijn netwerk. Daarnaast is deze man een groot vakman en hoorde ik, achteraf, dat hij mensen die hij traint of adviseert vaak direct in de ziel raakt, dat is zijn ‘ding’. Maar hij had niet verwacht dat het zo intens zou zijn.

Naast de prachtige ervaring van de ontmoeting heeft het gesprek me ondertussen nog wat dingen gebracht. Allereerst ben ik sinds gisterenavond weer begonnen met mijn kosmoscadeautjes. Ergens along the way in de afgelopen maanden was ik gestopt met het wensen van licht en liefde voor en naar personen uit mijn omgeving. Waarom weet ik niet, maar nu heb ik het in ere hersteld. Voor het slapen gaan denk ik bewust aan enkele personen en wens ik dat zij ontvangen wat ze nodig hebben. Daarnaast realiseer ik me nu pas hoe belangrijk het voor me is om me te omringen met mensen waarmee ik kan uitwisselen. Mensen die ik iets kan geven en van wie ik iets kan ontvangen of leren. Dat die energie goed voor me is en bepalend zal zijn voor hoe ik kan groeien en succesvol kan zijn. Dat ik niet een standaard adviseur ben die past in het gebruikelijke hokje. Dat om werkelijk iets te kunnen betekenen voor iemand, ik een persoonlijke klik moet hebben met hen. En dat die toch best wel onorthodoxe manier eigenlijk heel prima en heel mooi is. Ook al zal bij sommige mensen het lampje daarvan uitgaan, zullen ze het niet begrijpen. Maar het is mijn manier. Vanuit mijzelf. En dat is het beste wat ik kan doen.

maandag 11 april 2011

Ijssalon

Fris en fijntjes als citrus. Versgemaaid gras, prikkelend en aards. Zacht en bloemig als een meisjesparfum. Zoet als felrose snoepjes. De natuur is nu net een ijssalon. Alle geuren van de regenboog kom je tegen. En de mooiste manier om ze allemaal te proeven is rijdend in een auto met het dak open. Na iedere bocht wacht een volgende verrassing. Waarschijnlijk was vandaag de laatste dag van deze week dat het geurevenement geopend was, dus ik geniet in gedachten nog even na.

vrijdag 8 april 2011

Een verhaal over pudding, ingrediënten en mise en place

Wat maakt dat jij vertrouwen hebt in een organisatie? Of nog specifieker, in een persoon bij een organisatie? Misschien verschilt het per soort bedrijf. Misschien heb je andere verwachtingen van je energiemaatschappij dan van je eigen verzekeringsagent. Maar een zakelijk dienstverlener, die als specialist op een vraagstuk wordt gezet, dat is iets waar je wel heel veel vertrouwen in moet hebben. Dat vind ik belangrijk wanneer ik met een partij in zee ga. En dat geldt net zo goed voor mijn klanten wanneer zij mij vragen om een taak te vervullen of een probleem op te lossen.
Om het vertrouwen van mijn opdrachtgevers te krijgen of te versterken, moet ik als adviseur goed kunnen luisteren, zelfs tussen de regels door, zo snel mogelijk begrijpen wat er speelt en met mijn kennis en ervaring inspelen op de situatie. Niet zo vreemd en redelijk basaal allemaal. Ik verwacht dat dus ook van een adviseur die mij adviseert. Ik verwacht dat iemand naar mij luistert, mij begrijpt, daarop inspeelt, beloftes nakomt en daarnaast vind ik het ook wel prettig als iemand door zijn manier van communiceren vertrouwen wekt.
Als een organisatie dan bij een eerste telefonische contactpoging niet bereikbaar blijkt te zijn via zowel de vaste lijn (ook geen voicemailbox) als de persoonlijke mobiele lijn (iemand anders neemt op een lompe manier de telefoon aan en vertelt dat gezochte persoon vakantie heeft), dan begin ik al te twijfelen aan de professionaliteit. Misschien vind je dat onredelijk, maar mijn gevoel werd er niet positiever op. Hoe dan ook, deze eerste indruk heb ik geparkeerd en de voordeel-van-de-twijfel-modus geactiveerd.
Het eerste gesprek vond plaats (nadat er nog iets fout was gegaan in het bevestigen van de afspraak, de adviseur had mijn mailadres verkeerd gespeld...). Het gesprek zelf vond ik neutraal. Ik werd er niet laaiend enthousiast van, maar ik vond het ook niet negatief. De kwaliteit van dienstverlening en service zou de doorslag moeten geven.
Vervolgens ontstond er mailcontact. Er werd veel informatie van me gevraagd, dus ik heb er ook veel tijd in geïnvesteerd. Op zich niks mis mee. Zowel de adviseur als de geadviseerde moeten inspanning leveren om een vraagstuk op te lossen. Maar als de adviseur in kwestie me vraagt naar documenten die er niet zijn en ik dat al heb verteld in het gesprek, dan begint het bij me te kriebelen. Andere mails waarin de adviseur vasthoudt aan een vooraf vastgestelde overtuiging en weer andere mails waaruit ik de indruk krijg dat de persoon in kwestie zowel mij als de case niet begrijpt, zorgen bij mij voor ernstige zorgen. DEFCON 2 zeg maar. Mails met tikfouten en fout gespelde namen helpen dan ook niet mee. Niet echt een teken van zorgvuldigheid, volgens mij.
Ondanks al deze slechte voortekenen, is de echte ‘proof of the pudding’ natuurlijk het advies. Zoals toegezegd in het eerste gesprek, mocht ik dat afgelopen woensdag verwachten. Ik heb nog duidelijk gemaakt in het gesprek dat het me niet uitmaakt hoe lang het duurt, als de deadline maar de deadline is. Woensdag dus. Woensdag kwam en er kwam ook een mail. Maar niet met een lekker puddinkje. Slechts een aankondiging dat de pudding een kleine vertraging had en dat het laatste missende ingrediënt morgen zou volgen (vanaf nu gezien gisteren dus).
Inmiddels is het vrijdagavond en heb ik nog steeds geen pudding. Ook geen bericht dat de pudding verdere vertraging zou oplopen, buiten dat ene ingrediënt. Geen enkel bericht. En dat terwijl de adviseur toch echt wel de intentie had om de pudding deze week op te leveren. Ze wilde immers komende week al een reactie op het toetje. Mijn vertrouwen is inmiddels gedaald tot ver onder het vriespunt. Of het nog te ontdooien is, is een groot vraagteken. Ik vrees ervoor...

woensdag 6 april 2011

Parenmaffia

Seks of solo. Een boek waar ik middenin zit. Het gaat over een single dertiger, Gianna, die haar single-bestaan beu is en halsoverkop verliefd wordt op een aantrekkelijke arts in een Audi TT en een getrouwde vrouw, Kirsten, die haar ongeïnteresseerde en onattente echtgenoot meer beu is dan ze in eerste instantie wil toegeven. En je raadt het al, het gaat hier om dezelfde vent. Een hoop hilariteit is natuurlijk het gevolg.
Ergens along the way klaagt de single uit het boek over dat weekends zijn uitgevonden voor paren. En dat paren in het weekend vooral omgaan met andere paren. Parenmaffia noemt ze dat. Ik moest daar erg om lachen, maar ik denk wel dat het zo is. In het weekend gaan stelletjes om met andere stelletjes. En als er sprake is van kids bij het stelletje, dan gaat de voorkeur uit naar andere stelletjes met kroost. Afspraakjes met singles vinden vooral doordeweeks plaats, en dan bij voorkeur in de samenstelling helft-van-het-stel + single. Hoe dat komt weet ik niet. Misschien heeft het iets te maken met even en oneven aantallen. Dat je als stel je allebei met een andere persoon bezig kan houden. Zoiets. Als iemand de echte ‘formule’ weet, mag ie het zeggen.

Boompje boem

zaterdag 2 april 2011

Ciao chatvolk

Datingsites. Allerlei soorten en maten heb je ervan. Sites waar je profieltjes kan checken. Sites alleen voor hoger opgeleiden. Sites waar een of ander botje je matcht aan andere mensen op basis van vragenlijsten. Verzin het maar. Bij zo’n laatste zat ik. Om de zoveel tijd kreeg ik een nieuwe match. Als je dan maar lang genoeg ouwehoerde met iemand kreeg je een kiekje te zien. Maar dat is voorbij, ik hou het voor gezien.
Ik weet niet wat het is, maar 99,9% van het volk daar lijkt van een andere planeet te komen. Enige vorm van originaliteit, initiatief, humor of de vaardigheid om een gesprek te voeren, lijkt te ontbreken. Kansloos gewoon. En dan werkt dat hele gedoe met kiekjes voor mij ook nog eens niet. Een gezicht dat leuk blijft plakken op een foto kan ik in de werkelijkheid nogal saai vinden en gezichten waar ik niks mee heb, zouden in theorie bijzondere en verrassend aantrekkelijke trekken kunnen hebben. Als ik iemand van die planeet zou ontmoeten, that is. Dat heb ik het afgelopen jaar niet gedaan en dat gaat ook niet gebeuren. Sterker nog, ik ben in het laatste kwartaal nauwelijks online geweest.
Ik geloof gewoon niet in die bullshit. Als de big L in mijn leven en ik indertijd zo’n vragenlijst hadden ingevuld, waren we ook nooit aan elkaar gematcht. Dus weg met al die matchmaking-flauwekul. Als cupido nog ooit mijn pad kruist zie ik wel waar hij mee komt.