Mijn geliefde camera ging later ook mee op iedere vakantie. Niet echt een comfortabel gebeuren, want het ding weegt de nodige kilo’s. Voor spontane kiekjes was ook nooit ruimte aangezien met dit apparaat helemaal niets geautomatiseerd ging. Maar mijn camera en ik waren onafscheidelijk.
Jaren later, toen ik samenwoonde met D, ging mijn F1 niet meer mee op vakantie. Toenmalig lief had een Canon EOS en dat was een stuk praktischer èn lichter. Zo kwam het dat F1 naar de zolder verhuisde. Maar wegdoen zou ik mijn eerste camera nooit.
Ergens in de afgelopen jaren heeft F1 een ongelukkige periode doorgemaakt. Dankzij een onopgemerkte lekkage drupte er grote hoeveelheden water in de fototas, waardoor het arme ding verroeste. De body ging niet meer open, onderdelen zaten muurvast, het was gedaan met hem. Maar weggooien ho maar. Hij kreeg een plekje op de study waar hij van zijn pensioen mocht genieten. Twee jaar geleden kocht ik een Nikon D40. Lekker praktisch, veul voor niet zo heul veul, zeg maar en dat is tegenwoordig de camera die dienst heeft.
Toen die van mij zondagavond arriveerde en we naar zijn camera keken, kwam de F1 ter sprake. Ik haalde de loodzware tas van boven en showde met enige weemoed mijn gear. Maar wat bleek, die van mij is, naast kokkerellen, dol op gefrunnik en gehobby met apparatuur en hij wist heel heel heel erg zeker dat hij hem weer in ere kon herstellen. Gisteravond laat steeg er een pluim witte rook uit de schoorsteen en F1 werd genezen verklaard. Nu nog even lekker ouderwets een filmpje scoren en erop uit om hem na jaren van rust weer de eerste beelden te laten schieten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten