Dat mijn oerdrang naar vrijheid door de jaren heen steeds sterker is geworden dat wist ik al. Ook dat die drang al op vroege leeftijd geboren is. Ik ga graag mijn eigen weg. Dat deed ik als kind en als tiener. Ik zonderde me vaak af om te doen waar ik zin in had. Ik deed niet mee met de rest om cool te zijn of erbij te horen.
In mijn vroege volwassenheid leerde ik mijn allergie tegen authoriteit kennen. Ik verzette me tegen iedereen die mij inperkte of zijn/haar wil oplegde. Ik wilde vrij zijn in mijn overtuigingen, in mijn doen en denken.
Later kwam daarbij dat ik mijn eigen ideeën graag wilde uitwerken, de oprichting van een bureau wat anders dan anders was, is daar een voorbeeld van. Maar het ging verder. Ook de relatief grote mate van vrijheid die je hebt als mede-oprichter, was niet genoeg.
De laatste jaren leer ik steeds beter die andere kan kennen. De hang naar veiligheid. Hunkeren zelfs. Ik durfde die zwakke, onzekere kant maar aan een handjevol mensen te laten zien. En misschien is ‘handjevol’ nog te ruim uitgedrukt. Mijn onzekerheid maakt me nog kwetsbaarder dan ik al ben. Ik realiseerde me dat ik rondliep met een gigantische tegenstelling in me. Vrijheid aan de ene kant, veiligheid aan de andere kant. Tot dit weekend...
Als je alles kunt doen, denken, zeggen wat je maar wilt, dan ben je vrij. En als je zo vrij kunt en mag zijn, dan ben je zo veilig als maar zijn kan. Als je de veiligheid ervaart van 100% acceptatie voor de persoon die je bent, als er sprake is van onvoorwaardelijke liefde, dan ervaar je absolute vrijheid. Oftewel veiligheid en vrijheid zijn onderdeel van hetzelfde. Het zijn de kop en munt van één muntstuk, twee zijdes van een medaille. Mijn tegenstelling is geen tegenstelling maar een geheel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten